Image Alt

Verhalen

Townships

Alhoewel we er al enkele hebben bezocht, aarzel ik een verhaal hierover te schrijven. Het is lastig mijn positie ten opzichte van townships duidelijk weer te geven. Is dit fenomeen goed of slecht? Zijn de bewoners benijdens- of juist beklagenswaardig? Het vraagt om een gedifferentieerder standpunt dan wat ik hierboven aangeef.

Belangrijk lijkt ons de positie van waaruit je een mening geeft. Bekijken we het vanuit een Europees standpunt, of vanuit het standpunt van de straatarme, bedelende zwarte die geen dak boven zijn hoofd heeft? Laten we beginnen met de mening van de bewoners zelf van die townships. Deze zijn natuurlijk niet allemaal identiek, maar we zien een zekere trots als we over hun ‘stad’ vragen stellen. Er is elektriciteit, er is water, soms zijn er verharde wegen, maar vooral al hun vrienden en familie zijn op loopafstand. De vaders, moeders, tantes, neven en nichten vormen een hechte band, een dikke ijzeren band die al gesmeed is door hun voorouders. Ze voelen zich niet alleen hecht verbonden, ze zijn het ook werkelijk. Die sociale band, naast vele nadelen, is het meest hecht voelbaar in deze townships.

Een township bevat geschiedenis, immers wat de vader van de vader aan helden- of schanddaden heeft uitgehaald blijft generaties lang een niet te verdringen feit. Heldenverhalen van mensen die als loopjongen zijn begonnen en miljonair zijn geworden. Maar dan toch hun miljoenenhuis bouwen in hún eigen township. Merkwaardig om zo’n prachtig huis te zien tussen de golfplaten woningen van hun honderdduizend, of soms wel een miljoen buren. We zien een luxe auto voor hem en een eveneens prachtige auto voor zijn vrouw voor de deur. Schrale, scharrelende honden scharrelen op de straat op zoek naar wat eetbaars. Een zwerver vecht met een hond om een plastic zak met onduidelijke inhoud. Vele werelden komen hier bijeen.

Op een plek waar men zo dicht bijeen woont, waar de familiebanden soms tot oververhitting zorgen, ligt misdaad natuurlijk op de loer. Ook als we doorvragen is, naar de mening van de bewoners, de misdaad in de townships niet merkbaar hoger dan in de grote stad. Het is de voorzichtigheid van de blanke (wij ook) om zo’n township te betreden, maar ben je over die angst heen, dan voel je je opnieuw weer welkom. Alhoewel, dat is mijn eigen ervaring, een camera beslist niet op prijs wordt gesteld. Dan ineens lijkt schaamte de plaats van trots te verdringen. Merkwaardig en begrijpelijk.

Het hart van veel townships is toch het café. Een plek waar de beter gesitueerden elkaar dagelijks na het werk ontmoeten. We zien de notoire dronkaard en de zeer goed geklede, ontwikkelde vrouw aan dezelfde tafel. Ze hebben een band, hun verleden was ooit verbonden, hun paden hebben zich anders ontwikkeld. Maar hier zijn ze gelijk, alhoewel de dronkaard drinkt en zij betaald, zien we. We praten met verschillende mensen, een aantal heeft een eigen bedrijfje, zijn succesvol en voelen zich ook betrokken bij het wel-en-wee van hun mede townshipbewoners. De ondernemers zijn in aantal gelijk aan de niet-ondernemers maar in feite is er, buiten hun kleding, nauwelijks een verschil te bespeuren. Men acht elkaar hier hoog niet om hun sociale status, maar om wie ze zijn. Heerlijk. Het café verbindt. Verbindt mensen van verschillende achtergronden en brengt ze terug tot zoals het altijd is geweest: ‘Ken jij die-en-die van toen we samen …..?’ Het is een plek waar roddels worden uitgewisseld, mooie meiden worden gecomplimenteerd en vol op de mond gezoend door iedereen die daar maar behoefte aan heeft. Maar ook wordt er zaken gedaan. De gsm’s staan nauwelijks stil.

HIV en alcoholverslaving zijn de belangrijke issues. We struikelen over schattingen in onze reisboeken die voor de townships soms aangeven dat 70% HIV besmet zou zijn. Dit leidt tot lachwekkende reacties van de bewoners, als we hun confronteren met dit cijfer. ‘Onmogelijk, helemaal bezijden de waarheid.’ Hun eigen schattingen komen uit op 7-10%, nog veel natuurlijk, maar HIV is geen dodelijke ziekte meer. Men overtuigt mij van de vele programma’s die er lopen en HIV is dus te genezen blijkbaar?

Alcoholverslaving is lastig uit te roeien. Hoe armer de drinker, hoe meer reden om te drinken. Om de werkelijkheid te verstoppen in een tijdelijk roes. We herkennen de drinkers aan hun uiterlijke signalen. Waterige oogjes, ingevallen wangen, slechte tanden en een gele huid. Ze zijn overmatig vriendelijk als er wat gescoord zou kunnen worden, ze verwensen je als ze niets krijgen aangeboden. Een universele houding van elke dronkaard op elk werelddeel. Maar hier wordt de alcoholist door zijn vrienden omarmd, beschermd tegen zichzelf soms. Het township zorgt voor zijn kinderen, op zijn eigen manier. Want dat de dood op de loer ligt is duidelijk. Maar zelfs de dood is hier een feest, een bevrijding van het aardse slijk om hemelwaarts naar een betere plek te gaan.

Vanuit een Europees perspectief, alsof zoiets mogelijk is, kijken we naar de township als een immense verzameling golfplaten huisjes met houten wanden. Waar één vuurtje genoeg is om vele honderdduizenden mensen in een uur geheel dakloos te maken. We zijn elektriciteitsoplossingen die ondenkbaar zijn op ons continent, sanitaire potten die door 50 mensen moeten worden gebruikt en zelden of nooit worden schoongemaakt. We zien keukens met één pit voor tientallen mensen. Maar vooral zien en horen we die Afrikaanse lach.

Het township is onderdeel van Afrika zoals de leeuw dat ook is, het mag niet worden uitgeroeid en vraagt om een koestering. We moeten er zuinig mee omspringen, ons bewust zijn dat het deel uit maakt van hún cultuur. Maar als we het kunnen verbeteren, en dat gebeurt ook, zijn alle verbeteringen welkom als deze maar ontstaan vanuit henzelf.