Image Alt

Verhalen

Beschouwingen Afrika – 6 Het klimaat

Het moge duidelijk zijn, we zitten niet op de poolcirkel, we leven nu in de tropen. Vanaf de Middellandse Zee zuidelijk is het klimaat nog aangenaam, behaaglijk warm. Maar vanaf Soedan is het écht warm, is de vochtigheid ook enorm. Een van de eerste dingen die we deden was onze thermometer uit het raam gooien. Zo frustrerend om te voelen dat het warm is en dan te zien dat de temperatuur boven de 50 graden blijkt. Dat het vandaag heet is, om morgen te constateren dat het gister helemaal niet heet was, dat het vandaag heter is. Voegt voor ons niets toe aan onze beleving en maakt het door deze wetenschap ook niet meer draaglijk. Maar dat is, evenals al deze teksten, natuurlijk een persoonlijke overweging.

Het is warm, met dat verschil dat we in die warmte zijn ingegroeid. Vertrekkend uit Nederland was het een verbazend genoegen om de eerste 100 dagen zon te kunnen hebben omarmen. We zijn nu bijna 200 dagen onderweg en kunnen gerust stellen dat de dagen met uitsluitend regen we nog niet één hebben gehad. Het geluk is met de dommen en goddelozen, we weten het.

Tijdens het reizen is er de rijwind die verkoelend werkt. Beide ramen staan open en als er een lekkere zijwind is, ademen we beiden in een dubbel tempo, zo genieten we van die relatieve koelte. We beschikken over een airco, maar deze is van een te geringe capaciteit om tijdens het rijden te gebruiken (uren aan en het voelt niet als een verschil). Fijn is het als we ergens overdag staan, de zon op het dak beukt en we dan de airco aan doen. Zo lang de zon schijnt kunnen we de airco aan laten omdat de zonnepanelen dan lekker gevoed worden door de zon, dat is heerlijk, het haalt een beetje de warmte uit de slaapkamer als we onze siësta houden.

Met name rond de middaguren als de zon loodrecht en schaduwloos boven ons staat is het even wennen. Waar je ook wilt zitten rondom de auto, er is gewoon geen schaduw. Als er dan ook nog geen wind is, dan is het double trouble. Veel drinken van ijskoud water uit onze Engel koelkast doet wonderen. Voor mij het liefst met een massieve klomp ijs in de fles zodat het water heel lang koud blijft.

Over de kleding. Ik ben van huis uit een ‘lange broeken drager’, vindt een korte broek werkelijk niet charmant en weg gelegd voor bruine, sportieve ‘fietsbenen’. Maar in de tropen gelden andere wetten en is ‘charmant’ ineens minder belangrijk dan behaaglijk koel. Je wilt zo weinig mogelijk kleren aan je lijf en dat is met een T-shirt al gemakkelijk opgelost. Had ik me dat overigens eerder gerealiseerd dan hadden we 20 T-shirts mee genomen en de helft minder van de andere kleding. Maar een wit T-shirt is een must. Een onderbroek ook natuurlijk, maar naar het blijkt is een korte broek toch echt de enige praktische oplossing. Na zes maanden twijfel steken mijn witte olifantenpoten onwennig uit de korte broek, maar wat een heerlijkheid. Resteert het schoeisel, ik heb een vijftal paar (minstens) bij me en nog niet gebruikt. Wandelschoenen, leren laarzen, gummi laarzen, half hoge booty, nette schoen en ook een slipper. Die jesus-nike, door Trui verafschuwd, behoort alhier tot de favoriete schoen. En weet je waarom? Het laat een hoop lucht door, je klotst er zo mee de oceaan mee in en zwemt er lekker mee, door modder lopen is geen bezwaar en het is zo gemakkelijk die slipper uit te doen. Volgens mij heb ik zojuist met modisch dieptepunt bereikt, maar dan wel met een praktische trots.

We hebben al eerder over het ‘tempo’ van de Afrikaan gesproken. Ik zou het begrip GAS willen invoeren. Gemiddelde Afrikaanse Snelheid. S’morgens bij het eerste krieken van de zon gaan alle winkeltjes open. Merk je een hoge GAS, alsof de mensen de hete zon voor willen zijn. Eenmaal de winkel geopend, de tomaatjes netje op een stapeltje gelegd, de aardappelen in nette bergjes ernaast begint het grote wachten. Dan gaat de GAS ernstig omlaag. Als de klant zich aandient, een beetje aanhoudt zelfs, is de Afrikaan bereid om op te staan. Als de politieagent bij een roadblock, die net even te lang blijft zitten alvorens de slagboom te openen, zodat we tóch moeten stoppen en zijn macht kunnen aanschouwen. Zo ongeveer is de reactiesnelheid van de Afrikaanse verkoper. Dan komt zijn siësta, bij voorkeur dichtbij zijn handel, vaak op een smal houten bankje. Zijn GAS is dan tot het nulpunt gedaald. De middag gaat voorbij, de avond breekt aan en zijn GAS gaat aanzienlijk omhoog. Immers de zon is weg, de Afrikaanse relaxdag begint. Zo lang als het kan, is hij actief, ontmoet vrienden, praat met iedereen en zijn GAS is werkelijk op zijn hoogtepunt. Werken, handelen is lastig, als de zon onder is begint, wat ik zou noemen, de Afrikaanse Dag. Ook voor ons is het ondoenlijk een hoog wandeltempo aan te houden als de zon loodrecht boven je staat. Het is een overlevingsmechanisme om je GAS omlaag te brengen, niet alleen voor de Afrikaan. Deze temperaturen geven je een duidelijke keuze: vecht tegen die overmatige temperatuur en je wordt ziek. Accepteer de hoge temperaturen en neem je siësta, haal je GAS omlaag en je blijft happy.

De essentie voor ons Europeanen om met dit temperatuursverschil om te gaan is een attitude. Wanneer je moppert en klaagt, je elkaar bevestigt in deze hitte, gebeurt precies was je niet wilt. Wij ervaren eigenlijk dat de temperatuur zelden of nooit een onderwerp van gesprek is. We hebben het er simpelweg niet over, het is wat het is en wij veranderen er geen bliksem aan. pas op, we ontlopen het onderwerp niet, het blijkt geen item.

Mijn slaapritme in Nederland is van 23.00 / 24.00 tot de volgende morgen 07.30, redelijk ‘normaal’ zo lijkt ons. Hier valt de avond ons op het hoofd. Feitelijk nooit later dan 20.00 gaan we naar bed, zijn we uitgeput, ook als we een dag niets hebben gedaan. De temperaturen zijn hier volgens ons debet aan, we horen het van veel Europeanen, ook zij hebben hun slaapritme aangepast. Zo gauw de zon opkomt, tussen 06.00-07.00 dan staan we op. Maar die vier tot vijf uur dat we langer slapen leveren we in als investering om goed om te gaan met die hogere temperaturen.

Als je, naar bed gaat, dan overvalt ons soms die vochtige massa die als een natte deken je bed heeft bevochtigd. Je ligt natuurlijk niet onder de dekens, maar daarbovenop. Je voelt dan in het begin van je slaap alsof er duizend mieren over je rug tippelen maar je voelt gewoon de zweetdruppels je hele rug bedekken. Het is voor ons de overgave om daarin maar mee te gaan, het te ondergaan en niet te bevechten. We blijven in dezelfde houding liggen en gaan niet steeds woelen, dan wordt alles nat, kom je in een modus van ‘ergeren’ in plaats van ‘overgeven’.

Die temperaturen verschillen enorm naar de hoogte waar we zijn. Kilimanjaro, op 2000 meter, de plek waar ik mijn verkoudheid kreeg door een onoplettendheid, het gevoel dat die kou er als cadeautje voor mij als Europeaan was, daar is de temperatuur overdag 10-15 graden lager en is er sprake van nachtvorst in de zomer. Je verwacht door die nachtvorst een helder zicht de volgende dag, en daar misrekenden we ons. Er zit nog zoveel vocht in de lucht dat we niet naar een heldere bergtop kijken, maar naar een aangeslagen ruit waar het vocht omlaag druipt.

Er is sprake van een andere temperatuur afhankelijk van de hoogte, maar ook van de positie ten opzichte van de zee. Opmerkelijk is onze heerlijke, verfrissende Noordzee wind tijdens een warme dag op het strand. Nou daarvan is geen sprake bij de Indische of Atlantische oceaan tijdens écht warm weer. Het lijkt alsof het vocht uit de oceaan niet is opgewassen tegen die zinderende Afrikaanse hitte. Je zit nog buiten na zonsondergang en voelt de natte warmte je bekruipen. Ondanks een aanlandige wind, blijft die warme deken klef aan je hangen. Toch is de zee, of een snelstromende rivier (ik schrijf deze regels nu in Tanzania, twee uur gaans van Mbeya, waar een kolkend bruine watermassa zich op enkele meters van ons kampement met meer dan 70 Decibel, 24/7 verbaasd en pleziert) toch is water blijkbaar mijn reisfascinatie.

Op de motorfiets al kon ik wekenlang alleen maar een rivier volgen tot aan de oorsprong. De Rijn, de Maas, de Loire, zelfs de Donau zijn wekenlang mijn reisgezel geweest. Nu zijn het de Witte Nijl, de Blauwe Nijl die ons maanden hebben vergezeld, naast die onbeschrijfelijk mooie, altijd intrigerende Middellandse Zee. Recent de ontdekking van de Indische Oceaan (we hebben daarvoor 900 km van de meest vreselijke offroad ervaringen moeten trotseren), maar die voor ons nieuwe, Indische Oceaan was opnieuw de ervaring van een nieuw werelddeel, leek het. Zwemmen om 07.00 in je eigen oceaan, kristalhelder. Wat een heerlijke begin van een nieuwe warme dag!

Naast de hoogte, de afstand tot de zee is er natuurlijk het seizoen. We hebben ons een slag in de ronde gepuzzeld om de meest optimale indeling van onze reis te maken in samenhang met het seizoen, weer gerekend naar de landen die we zouden bezoeken. Een half jaar voor aanvang van de reis hebben we dat rigoureus opgegeven. We blijven een jaar minimaal weg, zullen alle seizoenen dus moeten ervaren, waar het natte seizoen door te brengen is zo theoretisch, zo niet planbaar. Aldus hebben we er ons niets meer van aangetrokken. Op 1-9-2013 zijn we onze reis begonnen en kregen 100 dagen volstrekte zonneschijn cadeau. Elke dag is dan wérkelijk een cadeautje waar je elkaar al bijna besmuikt voor aankijkt. Zo van ‘dat wij dat nou toch hebben, terwijl het zoveel slechter is in Nederland…’ De tweede serie van 100 dagen wordt de omslag naar die altijd aanwezige zonneschijn als ‘normaal’ te ervaren. Ja, we hebben wel eens een avondje, of nacht regen gehad, maar de volgende ochtend ervaarden we alsof er een schone bezem door die klamme hitte had geveegd, heerlijk dus.
Het Afrika dat we totop heden hebben gezien was niet droog, maar extreem groen. De akkers staan vol met groenten, met granen en maïs, met katoen. De bomen hangen vol met avocado’s en kokosnoten, tomaten worden in elk dorp voor een stuiver de kilogram aangeboden. Ananassen liggen in bergen, op grote hopen langs de weg. Vijf stuks voor € 1,00, maar € 0,50 is ook goed, let op: niet per stuk, maar voor alle vijf! We hoeven de auto niet uit te stappen, een groep van 10 vrouwen bestormt de auto om allemaal dezelfde ananassen voor dezelfde prijs aan te bieden.
Het is nu eind februari, de regentijd kondigt zich al aan met donkere wolken, met incidentele lichtflitsen en heftige regenbuien aan het einde van de dag. Maar wat een heerlijke tijd om dit land te doorkruisen, die groene overdaad te zien en je te verwonderen waar die schrale gele landschappen zijn! Zoals gezegd, die zullen we de komende maanden zeker nog ontmoeten.