Fish River Canyon
We hebben lege rivierbeddingen doorkruist. We hebben allerlei soorten woestijn overwonnen. Bergen en rotsige paden genomen, we vroegen ons af, waar hebben we, als bevoorrechte reizigers, nog niet aan kunnen proeven. Spontaan volgde Trui’s antwoord: canyons. ‘Wat zijn canyons eigenlijk?’ Canyons zijn valleien. Gemakkelijker gezegd dan in woorden verbeeld.
De Rocky Mountains zijn het meest sprekende voorbeeld, je kijkt niet omhoog, maar omlaag. In ons geval met deze canyon kijk je 1000 meter omlaag en naar een uitgeslepen rivierbedding van maximaal 25 km breed. Je kijkt naar links en rechts, wetend dat je over een gebied van meer dan 500 km spreekt. Opnieuw, het is in woorden en cijfers mogelijk uit te drukken, maar je moet het zelf zien.
Rode rotsen omringen een net niet helemaal droge rivierbedding. Je ziet een meanderend rivierbed dat niet al 1000 jaren bestaat, maar wat miljoenen jaren geleden er ook al was. Je rijdt door een gebied waarin je ogenblikkelijk je bevoorrechte positie voelt, nul procent vanzelf sprekend 100% nieuw. Je bent onderdeel van de geschiedenis geworden. Je maakt die geschiedenis door je daar onderdeel van te voelen. De Quimpertree, de broodboom, als meest specifieke onderscheidende detail. Je wordt omgeven door de stilte, tenminste als je een plek vindt zonder toeristen. De wind maakt je genadeloos duidelijk dat zij de baas is. Samen met het water, heeft de wind deze architectuur gevormd. Zonder compromissen. Geen rechte lijnen, alleen maar rotsen die hun veelvuldige hoeken op een vanzelfsprekende manier aan ons tonen, met maar één gevoel als reactie: volledige verbazing roept de stilte in onszelf op.
Woorden schieten ons weer tekort. De camera gebruiken we niet, wetend dat deze grootsheid zich niet digitaal laat vangen.