Image Alt

Verhalen

Overleven in de Grote Stad

Kaapstad is net zo duur als New York, als Amsterdam, Berlijn of Parijs. Eigenlijk zijn alle grote steden gewoon té duur. En waarom wil je er naar toe? Omdat ze meestal het kloppend hart zijn van het land, het zinnebeeld van de cultuur. Denken we, maar het kloppend hart van Zuid Afrika is toch Johannesburg en ons huidige zinnebeeld van cultuur lijkt in een winterslaap: geen theatervoorstellingen, nauwelijks interessante museumexposities, maar dit alles te wijten aan het seizoen: het is winter hier.

Hoe dan te overleven? Daarover een korte ervaring van drie dagen lunchen. Waar we 6 dagen per week (als we reizen) genieten van een door Trui bereide lunch, is dat lastig als je door de stad sjokt. We houden van de eenvoud, maar ook van luxe en hebben geen onbeperkt budget.

Lunch-1: SuperSPAR.

In het hele land kom je ze tegen, maar zo mooi en uitgebreid als hier in Kaapstad is het nauwelijks voor te stellen. Midden in de winkel (we raken de weg kwijt in dit eetpaleis annex supermarkt, annex boetiek) staat een leuke jongen soep uit te scheppen. Groentesoep zoals hij het noemt, ons leek het sprekend op erwtensoep. Voor ons niet te versmaden in deze winterse 18 graden. Als topping rookworst en katenspek, bij elkaar in een grote beker tot aan de nok gevuld € 4,50 per stuk. Er wordt een prijssticker op de beker geplakt, met de boodschap dat het bruine brood in de coffeeshop kan worden geroosterd. We lopen wat giebelend naar de coffeeshop omdat deze vlakbij de buitendeur is en we zien geen kassa’s. We laten het brood roosteren, genieten van de erwtensoep (met een beetje kerriesmaak), gooien de lege bekers in de prullenmand en negeren de kassa’s.
Pure diefstal, roepen we overtuigend naar elkaar en we lachen de zon tegemoet.

Lunch-2: Waterfront.
Allemaal posh-restaurants met de bekende parasols van de grote wijn- en champagnehuizen. Het Waterfront is een exclusieve plek die je niet mag missen als je hier bent. Kaviaar en oesters lachen je tegemoet (als ze nog in leven zouden zijn), maar het is allemaal te gemakkelijk om daar te eten.
Vlak achter de ring van de chique restaurants is een boothuis met 30-40 eenmanszaakjes. De afmeting van hun bedrijf is maximaal 2 x 3 meter en het aanbod is van Thai, tot Frans of Maleis. Er worden olijven verkocht, bijzonder vlees, oliën en kaas. Een verzameling eenvoudige tafels staat ter beschikking van alle eethuisjes en de sfeer is heel oprecht. Niks fancy, alleen maar puur. We nemen elk een gerecht van een ander eethuisje. Een currie voor mij en een groentegerecht voor Trui. Keurig uitgeserveerd op porseleinen borden en goed bestek. We rekenen, inclusief water, minder dan € 10 af voor ons beiden. Deze keer betalen we.

Lunch-3. The Pink Lady aka  Mount Mandela.
http://www.mountnelson.co.za/web/ocap/mount_nelson_hotel.jsp

Omdat we een tweedaagse hop-on, hop-off bustoer hebben genomen rijden we lekker dwars door de stad en horen en zien we een hoop bijzonderheden. In dit hotel komen de bekende acteurs en de rijken der aarde. Daar horen wij dus ook bij, vinden we vandaag. Het weer is prima en op het mooie terras zijgen we neer en krijgen een uitgebreide kaart. Als we op zo’n plek zijn willen we er ook echt zijn, dus na de koffie en thee hebben we de kaart bestudeerd en bestellen we.
Een glas fonkelwijn (Heidsieck champagne, die ons werd aangeboden voor de prijs van de goedkope bubbelwijn) en een Martini 007 (stirred not shaken) om mee te beginnen. Een salade met mozzarella voor Trui en een serie oesters voor mij. Om het af te ronden, ik had mijn pijp bewust thuis gelaten, een mooie Cubaanse sigaar MonteCristo nr 5. Zwaar genieten met de zon op ons tafeltje. Kosten € 50 voor ons samen. We vertellen dat we partners zijn in een Hollands hotel en dat ik de binnenhuisarchitectuur daarvoor verzorg (ik lieg alsof het gedrukt staat en Trui vertrekt geen spier) en we worden uitgebreid rondgeleid in het duurste hotel van Zuid Afrika. De Presidential Suite kunnen we helaas niet zien vanwege een verbouwing, maar een van de luxe suites wordt voor ons open gemaakt. Voor € 1800 per nacht heb je hier best een aardige kamer. Deze worden echter zelden per nacht verhuurd, meestal voor enkele weken horen we. Nou ja. Ook de andere kamers zijn werkelijk prachtig, maar voor minder dan € 400 kun je hier niet terecht. Omdat het water me aan de lippen stond mocht ik plassen in een van de luxe kamers, zowaar een eer, maar het klettert net zoals in de truck merk ik.
Het hotel blijkt eigendom van de Oriënt Express, dat verklaart veel van hun respect voor de geschiedenis.

Moraal van ons verhaal, zo er deze al is…. Om te overleven in een grote stad helpt een beetje creativiteit en is het meest voor de hand liggende is gelijk wel errug saai.