Image Alt

Verhalen

Kassel, wir danken Ihnen

Trui had Kassel eerder bezocht, ten tijde van Jan Hoet in 1992. Omdat het indruk had gemaakt overtuigde ze mij om een paar dagen de Biënnale mee te maken. Eerlijk gezegd, na enige aanvangs scepsis, beslist de moeite waard. Het is eens in de vier of vijf jaar dat zo’n stad dan ook volledig op z’n kop staat. Niet een deel, maar heel de stad. Openbare gebouwen, parken, straten, oude huizen, nieuw gebouwde houten, mooie tijdelijke exporuimtes; je kunt het niet bedenken. Niet zoals in Venetië, waar we in 2010 zijn geweest. Niet met de elegance van de Italiaanse architectuur, niet aan het zo overvloedige water zoals in Italië. Maar jeetje, wat compleet!

Wat staat er? In feite is er geen enkele verbinding met de kunst zoals deze er al is. Dus geen schilderkunst uit de Middeleeuwen (Trui meldt overigens dat de grootste collectie Rembrandts hier wel ergens in de expositie moet zijn te vinden, maar dat hebben we links laten liggen). Geen architectuur zoals op de Wereldtentoonstellingen, maar wel [verantwoord] in elkaar gezette tijdelijke hokjes en keetjes. En natuurlijk, alles Zuper Deutsch Organisiert. Wat er staat is de conceptuele kunst van morgen. Het zijn uitdagingen om grenzeloos te denken en daarbij vooral niet iets commercieels te maken wat een bepaald publiek zou wensen.

De resultaten zijn soms daardoor lachwekkend. Een aantal ronde schijven met daaronder een lampje, maar warempel, de schaduw onder die lamp is niet rond maar vierkant. Ahum. Daar tegenover zijn er concepten die waanzinnig zijn. Krijttekeningen op schoolborden over Afghanistan, over de rivier naar Kabul, in het oude Finanzambt. Zo onwaarschijnlijk mooi en kwetsbaar, zo oorspronkelijk. De moeite waard om inderdaad vijf kwartier voor te wachten. Het wandtapijt uit Afghanistan, een combinatie van fotografie en weefkunst. Een afbeelding van kijkende mensen, Arabisch, Afrikaans en Europees, met de achtergrond van een verwoest Paleis. Het Paleis waar de andere helft van dat doek hangt, als een verbintenis tussen de woelige wereld daar en hier.
Een uitvoering van 11 geestelijk gehandicapten in het Cascade Theater. Waar je de eerste momenten beschroomd aapjes lijkt te zitten kijken naar die jongens en meiden. Maar hoe integer de voorstelling gemaakt is. De tranen blijven eigenlijk vanaf het eerste moment stromen en het houdt niet op. De voorstelling beschrijven? Ik begin er niet aan! Dat zou alles tekort doen.

Het grootste, het mooiste kunstwerk, voor mij zijn de bezoekers. We zien de leukste mensen, vrije denkers, oud- en jong, we zien vele generaties met honger naar Kultur. Lange Schlängen, wachtrijen van anderhalf uur en meer, niet om brood, maar om Kultur. Een school met maar liefst 19 bussen, en meer dan 600 jongens en meiden die hongerig in de rij gaan staan. De bezoekster die de krant haalde, omdat ze álles heeft gezien,

verspreid over maar liefst 81 dagen stond deze 65+ vrouw geduldig in de rij. Om een tentoonstelling voor de 2e maal te zien. Het gesprek over hun schuldgevoel over de 2e wereldoorlog landt in de Schlänge. Wordt bespreekbaar, is voelbaar. De schaamte over hun vaders die gedwongen werden de oorlog in te gaan op 16 jarige leeftijd, simpelweg om niet ter plaatse de kogel te krijgen. Het grootste, het mooiste kunstwerk, voor mij zijn de bezoekers. Met een wereldgevoel dat deze groep mensen toch niet in staat zouden zijn om nóg een oorlog te ontketenen?

Inderdaad, mijn naïviteit draag is als een geuzentitel bij me. Gewoon omdat dat lekker voelt. En ook omdat ik er wil WIL geloven.