Image Alt

Verhalen

Trui zwabbert

naamloos (5 van 5)
De achterzijde van de truck, zo’n 30 cm diep, is gereserveerd voor kookgereedschap, troep en zie daar: onze beiden kreukelfietsen. Die van Trui is een vintage exemplaar Brompton met op de voorzijde een tas met 50 liter inhoud. Twintig liter water en een sixpack bier verdwijnen onopvallend in de hoeken en laten nog ruimte voor andijvie, bloemkool en een handzame 20 kg zak aardappelen. Die van mij is modern en fietst derhalve als de beste fiets die ik ooit heb gehad. Trui heeft bagageruimte, dus Geert fietst licht zonder tassen aan de fiets. Heerlijk.
Waar ik loop te sputteren als ik bergopwaarts moet lopen (ezelgedrag ligt me blijkbaar niet) moppert Trui-lief als ze bergopwaarts moet fietsen. Dus er is altijd wel een reden om de fietsen niet van stal te halen en te lopen, of te blijven waar we meestal zijn: in onze luie en extreem comfortabele Lafuma stoelen.
Met een van haar vorige echtgenotes was Trui-lief ooit in Feurs geweest, nostalgia klopte aan de cabinedeur, dus wij op zoek naar het restaurantje van 40 jaar weleer. Voor deze gelegenheid, de plaatsnaam is overeenkomstig plat als de naam klinkt, wij de fietsen opgegraven achter de schop (om ons los te graven uit grote zandduinen), grillrooster, rubber tegels als ondergrond voor onze luxe buitendouche, de vermaldijde vishengel en een paar zakken houtskool (je hebt een vrachtwagen of een Tupperware campertje, dat is duidelijk).
Na bovenstaand gestommel staan beide kreukelfietsen uitnodigend gereed en trappen we er op los. Let op: hier komt de crux van het verhaal…….
Even los van haar Amsterdamse fietsmanieren, die ik bewonderend probeer te kopiëren, heeft Trui-lief coördinatieproblemen. Ondanks het feit dat er geen fietsbelasting wordt betaald (breng Den Haag niet op dit idee) beheerst Trui de kunst om de HELE weg als haar eigendom te beschouwen, wandelaars bewust of onbewust vouwen in hun broek dan wel ladders in hun panties te rijden en om haar middelvinger reeds op voorhand op te steken naar elke automobilist. Niet naar automobilisten die iets verkeerd doen, nee het boude idee dat zij op háár weg rijden is genoeg voor dit intieme gebaar.

Kijkt ze naar links, zwalkt ze als een dronkenvrouw naar links, zonder kijken. Een kledingwinkeltje aan de rechterkant? Toeterende auto’s als ze naar rechts gaat. Ze is, zoals meestal, de Koningin, ditmaal van de weg waarop Madame koerst. Dat zwalken is één, haar tempo is twee. Doordat haar fietstempo, gemeten op een geijkte speedometer, nooit boven de 5 km/uur uitkomt en ze regelmatig niet trapt maar uitdrijft, moet ik om de 100 meter vol in de remmen, dan wel fors uitwijken of haar luid vloekend aansporen door te fietsen.

Haar rechtsaf is een laf handje dat naar het putje wijst, haar links af wordt aangegeven schuin naar achter: met misleiding als enige resultaat. Krijg ik regelmatig het verzoek om vóór te fietsen, maar dat veroorzaakt andere problemen. Ik weet evenmin de weg in die nieuwe stad, maar Madame weet het vrijwel altijd beter en roept dan (veelal voorbij de zojuist gepasseerde kruising) dat links- of rechtsaf ‘beter’ is. Met als gevolg dat ik dan al snel de pijp aan Madame geef en weer als een mak schaap mijn volgcapriolen beoefen.

We hebben vanochtend in Feurs de heilige eed gezworen dat samen fietsen voor ons (ook) niet werkt. Wanneer we besluiten te fietsen gaan we dat apart doen, we spreken een rendez vous af bij de grote kerk en het dichtstbijzijnde terras (pas op Madame wil half in de zon, half in de schaduw) voor onze dagelijkse portie ‘chique koffie en échte warme chocolademelk’. Deze mijmering hoopt geen vooraankondiging te zijn voor de snelle fietsende dood van Madame, voor uit de hand gelopen straatruzies met lokalen, maar mocht het geval zich voordoen, dan is deze tekst een toevallige samenloop van omstandigheden.
Na dit te hebben voorgelezen aan Madame ontkent zij de hoofdpersoon te zijn, niets van het beschreven gedrag te herkennen dat zij fluks een verhaal over mij gaat componeren. ‘Daar lachen ze zelfs om zónder dat ik hoef te overdrijven…..’. Mocht dit voornemen ooit daglicht zien, zal ik het jullie niet onthouden.