Het is zó gemakkelijk
Vanmorgen Essoueira verlaten. Met gemengde gevoelens. Onze romantiek, enkele maanden na onze eerste ontmoeting is daar opgebloeid. Een stadje aan de oceaan met onwaarschijnlijk hoge golven. We praten over 10 jaar geleden. Nu wordt er een giga-haven aangelegd. Grote parkeerplaatsen, zeg maar: infrastructuur. Toeristen worden gelokt, met vliegtuigen gelijk. Gelukkig is de Medina nog ongewijzigd. Is onze vriend Ali Kezar er nog steeds, tien jaar ouder en even gastvrij, alsof we broers zijn. We zien zijn eerste grijze haartjes, horen over zijn drie kinderen, de oudste 10 jaar, mooie samenloop, mooie herinneringen.
We volgen de kustlijn. Opmerkelijk groen, de branding van een echte oceaan. Rijden anderhalf uur en slapen anderhalf uur. Moe. Waarvan? Van de drukte van de stad? Het gesprek over de aankoop van een hotel met 9 kamers, 2000 overnachtingen per jaar. Even in die scope duiken, half jaar in je eigen hotel werken, half jaar reizen met Bully. Even je dromen volgen, de geest scherpen, meer leren, meer begrijpen.
Het water ligt een paar honderd meter onder ons, we rijden over majestueuze kliffen met onheilspellende afgronden. Dan een bordje Lala Fatna Plage. Te steile afdaling, steken om de bochten te nemen, maar zo de moeite waard. Soort van surfers Paradise (alweer), een verloren paradijsje met een immens strand, machtige golven en een aardige gastheer. Zitten we aan de koffie, vragen we of er nog vis te scoren is? Een reusachtige glimlach, half Arabisch Franse vissoorten zwemmen voorbij en voor € 3,00 hebben we vier vissen met machtig lekker witvlees. Jeffrey maakt zijn BQ aan presenteert een prachtige schaal mooi geBQde vis. We hebben er veel te veel aan, dus de overige bezoekers eten de resterende visjes op. Allemaal voor onze drie piek!
We hebben geen benul van de tijd. Op Trui’s telefoon ziet ze twee tijden, twee uur verschil waar er geen enkele van lijkt te kloppen. We haasten ons om de laatste 100 tellen zonsondergang te zien. Trekken dikke vesten aan, leggen dekentjes klaar. Moeilijker is het niet, nee het is zo gemakkelijk.
We hebben nog 800 km naar Tanger, in ons tempo tussen 3-5 dagen, afhankelijk wat we zien. Open ticket, dus geen sores. We hebben dan nog 3.000 km naar Millingen aan de Rijn. Zie ik best tegenop, immers de 18e heeft Trui een belangrijke tandartsafspraak en ik wil niet alleen maar rijden, zeker niet op snelwegen . Maar ergens zit er een soort van ‘knoop’. Er ontstaat reismoeheid, de harde schijf met nieuwe indrukken raakt vol, maximaal na 6 weken, maar vanaf de 4e week regelmatig een soort van ‘hapering’. We willen blijven genieten, blijven reizen, maar ook weer over tot de orde van de dag. Deze knoop ontwarren is dan ook de enige drempel, het enige dat onderhuids broeit. Een paar keer per dag. Om ons niet helemaal in de hemel te voelen.