Image Alt

Verhalen

David Reade

Als we vertrekken uit Franschhoek, waar we 1e hulp moeten geven aan onze hele aardige gastvrouw die een trip van 3 weken heeft gepland naar Malawi met alleen maar angstscenario’s, dachten we naar Stellenbosch te gaan. We starten de auto en stellen de vraag: ‘wat is er in Stellenbosch, wat er al niet is in deze decadente plaats Franschhoek?’ Niets zoals blijkt. Dus als de motor al loopt veranderen we het plan en gaan gewoon richting Worcester, waar we vanaf 8 augustus een training Vipassana doen. ‘Gewoon om even te kijken hoe het daar uit ziet’.

We vertrokken al om 12.00 uur en om half drie stoppen we op een ongelukkige plek voor de lunch. Even voor het begrip van de lezer: we hebben in Franschhoek alleen maar horror-stories gehoord over moord en doodslag, maar wij staan op een niet zo mooie plek voor soep en broodje. Stopt een blanke man en nodigt ons uit op zijn landgoed, gelegen aan het meer. ‘Kost niets, het is maar 500 meter van deze plek, maar is een geweldig mooie plek, volg me, dan kun je daar lekker genieten…..’. Vriendelijkheid kost niets, wordt je aangeboden. En wij sloegen dat af, immers het was maar een kwartiertje dat we op die niet zo mooie plek stonden. Maar de vriendelijkheid verwarmd ons.

We proberen in Worcester een terrasje te vinden waar we koffie en thee kunnen gebruiken. De vonken hebben we eraf gelopen, maar niets gevonden. Dik anderhalf uur in een stad die weliswaar meer Afrikaans is dan Franschhoek, maar toch geen terrasje heeft. We vermaken ons om dit simpele feit en klampen een blanke vrouw aan: ‘Je moet naar de Barn gaan.’

Als ik dit nu schrijf zijn we de gast van een  Engels-Afrikaanse glaskunstenaar David Reade, eigenaar van The Barn, restaurant en galerie, thee- en koffiehuis.
Hebben we het laatste uur gesnoven, geroken en verhaald over whisky’s die 45 jaar oud zijn en ik, whisky-fan van het eerste uur, nooit heb mogen proeven. Na de nodige witte wijn en een Double Black van Jack Daniels schommel ik naar de truck waar een heerlijke spaghetti bolognaise a la Trui klaar staat. ‘Genoeg voor de lunch van morgen’ hoor ik haar nog zeggen. Maar alles verdwijnt in de grote, lekker maag van ome Geert. Hij kunstenaar, dat voel ik me ook naar zoveel alcohol. Hij is ‘quite famous’, ik ook na zoveel alcohol en spreken af om morgenvroeg in zijn glasblazerij een mooie serie van hem aan het werk te maken. Feest.

We staan op het terrein van David, bewaakt door zijn hond Diabolo en vragen ons opnieuw af: Is het onze onnozelheid die geen angst oproept op deze reis? Is het onze naïviteit die al deze mooie, interessante mensen op ons pad brengt? Of is het die engelbewaarder die over ons beiden waakt en steeds boodschappen doorgeeft en de richting bepaald?

We blijven een onverwachte 4 dagen en die lieve mensen proberen ons nóg een aantal dagen te strikken. We hebben gegolfd (4 goede slagen van de 150), eindeloos lekker gepraat en gevoeld dat hier een vriendschap voor het leven uit groeit. De foto’s worden in dank aanvaard en als ruil krijgen we een glass-rock, geïnspireerd op de woestijn in Namibië. Een kostbaar stuk dat ons zo maar toevalt. Even veel waard als deze nieuwe, spontane vriendschap.