Image Alt

Verhalen

Een paar dagen uit het leven van…

–> Nauwelijks lezenswaard voor de dames, een beetje voor de (technisch geïnteresseerde) kerels?

Deel-1: de politieacademie.
In de afgelopen weken hebben we regelmatig, wellicht zelfs te veel, verhaald over onze ontmoetingen met de gendarmerie. Niet geïnteresseerd? Gewoon niet verder lezen natuurlijk. Op dag-1, ik was vastbesloten hier niets over te schrijven, krijgen we een lichtsignaal van een tegemoetkomende truck, hmnn waarschijnlijk een politiecontrole. Ik check de snelheid, netjes op 60 km, dus niets aan de hand en geef hem een lichtsignaal terug. We worden tot stoppen gemaand en de gendarme vertelt ons dat we 77 reden. Niks zenpower, alleen maar woede. Ik haal de schijf uit de tachograaf en laat zien dat we precies 58 km reden. De man spreekt geen andere taal dan Portugees, neemt de schijf en flikkert die weg. Hij had mijn papieren al (kopietje van rijbewijs en kenteken) en op mijn gebaar dat hij de boom in kan, legt hij de papieren netjes op de voorbank en vraagt zijn collega met een automatisch wapen om deze te bewaken.
Er gebeurt iets met me, ik ontplof en maakt dat zichtbaar (dom). Ik kán gewoon niet tegen die oneerlijkheid die er zo dik bovenop ligt. Ik heb mezelf niet meer in de hand en wil zelfs geweld gebruiken. Ik accepteer dat niet en wil liever uren communiceren dan een dom en waarschijnlijk hoog bedrag betalen, maar ik weet dat het dom is.
Ha, denk ik, laat hem die papieren maar houden, ik gooi de bekeuring op de grond, stamp er met mijn hak op en groet hem. Nijdig rij ik weg, je wordt hier in Mozambique elke keer bij de neus genomen door die onderbetaalde politieboeven, dus ik wens hem veel plezier met mijn kopietjes. ‘Weet je dat het formulier van de roadtax ook in dat mapje had zitten schat….?’ Hoor ik 20 kilometer later. Shit, daar heb ik $ 125 voor betaald, niet aan gedacht. Balen.

We zoeken onderweg naar een politiepost en na driemaal vragen horen we waar we moeten zijn, bij een hoge officier. Het indrukwekkende kantoor (6 man op een rij worden ondervraagd alsof het een nationaal tribunaal is) biedt na enig zoekwerk de hoogste functionaris die een slap handje geeft, maar geen woord anders dan Portugees brabbelt. Geen probleem, na een kwartiertje is er een burger die, in aanwezigheid van de officier, onze klacht opneemt. Lang verhaal kort: we hebben volledig gelijk met onze klacht, maar of jullie rijden 200 km terug, of gaan naar de provinciale leidinggevende organisatie. Dat is dus tweemaal nee en 40 minuten later rijden we verbeten door. Ik had niet zo impulsief moeten zijn natuurlijk. Maar gedane zaken enzovoort.

Twee dagen later weer een aanhouding, nu lacht de man me toe en zegt trots, in perfect Engels, dat we 78 km reden waar 60 was toegestaan. Ik nodig hem uit om te zien dat ik de tachograaf open maak en overhandig vol vertrouwen de schijf, wetend dat ik geen km te hard reed. ‘Ha, ik ben kapitein, heb op de Politieacademie gezeten, ik weet hoe ik de tachograaf moet lezen.’ Met zijn dikke vingers wijst hij net zo lang dat ik zou moeten geloven dat de tacho 78 aangeeft. Niet dus. Ik blijf me van den domme houden en hoor hem van 78 km naar 68 gaan om uiteindelijk zijn twijfel te horen. ‘Rijdt u maar door  my friend’. Interessant is hoe hij die 78 op de meter heeft getoverd. Interessant hoe dat mensen zonder tachograaf enig verweer kunnen bieden. Er staat geen foto, geen kenteken, alleen een snelheid op die tacho, wie zegt dat deze niet van een vorige meting is?

Deel-2 een vlakke weg met wat water.
We tuffen over een hobbelig zandpad en zijn bijna bij de plaats van bestemming. Iets verder zien  we een glad pad met een plasje water en met dezelfde snelheid duiken we een gat in, nee een krater!! Het water slaat over de cabine die toch 3,40 meter hoog is. Verder op meer water, dus maar omdraaien en weer te snel (dommigheid van mij, immers een waterhindernis neem je op de laagste snelheid) rijden we terug en nemen voor de 2e maal een paar duizend liter water op. Heremejee, de motor loopt nog, maar wat zou er beschadigd kunnen zijn? We besluiten camp te maken, de zon haar werk te laten doen en dan maar afwachten. De volgende ochtend start Bully maar slecht, maar de toerenteller doet het ook niet. Dat laatste hebben we geleerd, heeft te maken met de dynamo. Ok, de koolborstels wisselen is geen probleem. Het koolborstelhuis is drijfnat, modderig en maakt natuurlijk sluiting. Netjes schoongemaakt en teruggezet. De auto start nu en de toerenteller doet het prima. Wat een feest om iets zélf te kunnen repareren toch? Zei het dat ik natuurlijk informatie had ingewonnen bij mijn Millingse Maat Willy Wortel, maar toch, enige trots was op zijn plaats voor deze super onhandige Geertmans. Nog geen half uur later stopt de toerenteller, weg dat euforisch gevoel, weer weg met dat sprankeltje hoogmoed, ik rij de accu dus leeg. Verdomme. De volgende grote plaats is nog 200 km en halverwege meet ik de accuspanning die niet alarmerend blijkt.

In Xai-Xai komen we om vijf voor vijf aan bij een grote garage waar geen elektricien voorhanden is. Wordt er gebeld met de buren en biedt zich een oudere man aan, met een complete gereedschapset bestaande uit een controlelampje en een schroevendraaier (dubbelzijdig kruiskop aan de ene kant en gewone schoroevendraaier aan de andere kant. Met een houdertje dat al enkele jaren oud moet zijn, want alles valt er steeds maar uit). Ik wil eerst de accuspanning weer meten, maar de elektricien schrikt van de voltmeter, hij heeft geen flauw idee. Dan de koolborstels weer vervangen om uiteindelijk de dynamo te wisselen. Deze onhandige elektricien, die geen woord anders dan Portugees spreekt, fikst het uiteindelijk wel. Chapeau. Het is inmiddels donker en we besluiten een hapje te eten en dichtbij een plekje te zoeken. Een rustige plek wel te verstaan. We verkennen de omgeving en parkeren langs de weg. Om stijf wakker te worden om 23.00 van de discodreunen. We staan pal voor de dorpsdisco die concurrentie wordt aangedaan door een busje dat naast ons staat en vol is gestouwd met boxen en drank. Onze 10 ton schudt op de bassen van die lawaaischoppers. Zelfs de oordoppen helpen Trui niet en we besluiten verder te gaan. Vijf minuten later vinden we wat en gaan verder met onze slaap. Ach, we zijn het eigenlijk wel gewend en het is al zo vanzelfsprekend om halverwege je slaap op te krassen dat we er eigenlijk geen woord aan vuil maken.

Deel-3 een korte trip, vanwege het gedoe de afgelopen dagen.
We besluiten niet langer dan een uurtje of wat te rijden en nemen richting Limpopo park een mooie, nee, fantastische route die langs de oude koloniale Portugese huizen leidt. Ze zijn veelal nog in tact, maar zijn wonderwel niet bewoond door de localen. Lange marmeren tafels op gietijzeren frames staan daar onbeschadigd op enorme marmeren vloeren. Bijna een uitnodiging om deze mee te nemen, maar alsof de slechte vorige bewoners een banvloek hebben uitgesproken, niemand betreedt deze huizen al staat de voordeur wagenwijd open. We tuffen vol vertrouwen  langs de Limpopo rivier als plotseling de ‘weg weg’ is. Een stuk van een meter of tien gaapt richting rivier. Aan de andere kant staan taxibusjes die mensen uitladen en aan onze kant staan weer andere taxibusjes die mensen en lading meenemen. In feite is er nauwelijks een aanleiding om de brug te repareren lijkt het. Geen probleem voor ons, we rijden een stukje om (50 km) en doen een nieuwe poging. Om opnieuw voor een weggeslagen brug te staan. Een tuffend brommertje vragen we de conditie van de weg verderop en die is duidelijk: geen auto kan hier passeren, alles is moerasland.
Nou heeft die lieve, en met tijden ook onuitstaanbare Trui, deze ochtend geroepen dat het leuk zou zijn aan het strand te staan, maar ik reed natuurlijk de andere kant op richting park. Echter, door al die omleidingen kwamen we verdomme weer terug in Xia-Xia. Aan het strand dat Madame zo graag wilde. Dikke 250 km gereden om weer op dezelfde plek terug te komen. Duivelse Krachten van Trui zelve. Maar dit is Afrika, alles is anders en het is beter dat je steeds weer niets verwacht.

Dit verhaaltje omvat de belevenissen van drie dagen. Ach, het leven is zo bijzonder hier. Jullie bijzonderheden willen we ook horen. Omdat jullie ‘gewone’ belevenissen weer een avontuur zijn voor ons om te lezen.